Invalshoek
6: Kunst intercultureel
1 Wereldtentoonstellingen en
fotografie (etnografisch, reisfoto’s)
Afbeelding 1;“afdeeling Nederlandsche koloniën” van de Wereldtentoonstelling
in Amsterdam in 1883. (foto: Pieter Oosterhuis, collectie Tropenmuseum)
De wereldtentoonstellingen waren gericht op
technologische vooruitgang en handel. Producten uit de koloniën hoorden daar
ook bij. Organisatoren vonden al gauw dat er speciale afdelingen ingericht
moesten worden, waar wilde en exotische mensen tentoongesteld konden worden. De
gemiddelde Europeaan bezat in de 19e eeuw weinig kennis over bewoners van
andere continenten. Om ze dan in levende lijve te zien tijdens deze
tentoonstellingen was lange tijd een goed betaalde vorm van amusement.
a Westerse mensen vonden de
beschaving van de exotische volkeren maar apart. Zij waren het heel anders
gewend en vonden wat zijn deden het ‘goede’ en alles wat ze niet kenden werd al
snel al het ‘slechte’ gezien.
Afbeelding 2, 1897 Foto Bethanisch meisje
Afbeelding 3, 1855-1898 Foto Francis Frith, reis Egypte
b Bekijken afbeelding 2 Fotografie werd
gebruikt voor het onderzoek naar rassen doordat men de bevolking makkelijk kon
vast leggen. Je ziet de mensen hoe ze er echt uit zagen in hun traditionele
kleding en omgeving. Afbeelding 2, 1897 Foto Bethanisch meisje
c Bekijk afbeelding 3 Francis Frith
gebruikte fotografie om bijzondere plekken vast te leggen die hij tegen kwam
tijdens zijn reizen.
2 Japonisme: Impressionisten zijn niet alleen door de fotografie uit hun tijd beïnvloed. Op wereldtentoonstellingen zien ze Japanse prenten, afdrukken van houtsnedes. Kenmerken van Japanse prenten zie je o.a. terug in werk van impressionisten.
Afbeelding 4, George Hendrik Breitner De rode Kimono 1893
Afbeelding 5 Hokusai, Sumoworstelaar, 1814-1878 houtsnede
Afbeelding 6 Edgar Degas, Naakte vrouw, 1886 pastelkrijttekening
Bekijk afbeelding 4, 5 en 6. Welke kenmerken van de voorstelling hebben de impressionisten
overgenomen van de Japanse prenten? De klederkracht zoals de kimono’s met daarop
een bloemetjes print. Ook de printen van het tapijt en op het bed zijn Japans. En
de houding van de sumoworstelaar. Ook de afbakening van het beeld is afgeleid van de Japanners. Er worden halve voorwerpen of mensen afgebeeld.
b Welke kenmerken van de vormgeving zie
je terug bij de impressionisten uit de Japanse prenten? De harde contourlijnen en het harde kleurgebruik.
Afbeelding 7 Ando Hiroshige, Bloeiende boom, houtsnede 1856
Afbeelding 8 Vincent van Gogh Bloeiende boom , olieverf op doek 1886
c Welke vormgevingsaspecten neemt Van
Gogh met dit schilderij over van de Japanse houtsnede
van Hiroshige? Het kleurgebruik en de zwarte omlijning (vooral bij de achterste bomen)
d Waarom denk je dat Japanners veel interesse hebben in het werk van Van Gogh? Het werk lijkt op dat van hun, maar dan ook met andere technieken.
3 Ook
impressionistische musici zijn in de ban van Japanse kunst. Debussy gebruikt in zijn
composities ook Japanse instrumenten. De titels van zijn werk zijn
vaak erg visueel: Nuages (Wolken), Brouilards (Mist), Des pas sur la neige,
(Stappen in de sneeuw). La mer (De zee)
is gebaseerd op het werk van Kohusai: De
Golf.
Afbeelding 9 Kohusai De Golf, 1830
a Zoek
op internet een fragment van La mer, van Debussy. Herken je niet westerse instrumenten? Ja ik herken niet westerse instrumenten, zoals fluiten en een hobo.
b Is de compositie van Debussy opgebouwd volgens de klassieke
regels? Waarom
wel/niet? Nee, de muziek heeft geen hoorbare thema's meer en hij gebruikt verschillende toonsoorten door elkaar.