Invalshoek 1: Kunst en religie, levensbeschouwing
1 De Franse revolutie: De burgers vinden de
staatsinrichting hoe die was niet meer goed. Ze willen niet dat alleen de
vorsten en adel de macht heeft. De burgers willen gelijkheid voor iedereen. Om
deze staatsvorm te realiseren is er een revolutie nodig. Dit gebeurt in 1789
tot 1795. De Franse revolutie is een opstand van het volk tegen de koning en de adel. De revolutie begint met de bestorming van de Bastille in 1789. De burgers willen vooral vrijheid en gelijke rechten voor alle burgers.
Schilderij 'La Liberté guidant le peuble, Eugène Delacroix'
Schilderij 'La Liberté guidant le peuble, Eugène Delacroix'
2 a Voorstelling: Je ziet een groep soldaten, of in ieder
geval mannen met geweren. Midden in de groep staat een vrouw. Ze staat op een
plateau. De vrouw heeft een jurk aan, maar wel een ontbloot bovenlijf. Met haar
rechter hand houdt ze de Franse vlag omhoog. Vooraan op de afbeelding zie je
dode mannen op de grond liggen. Op de achtergrond zie je een stof wolk. Nog
verder naar achter zijn er aan de rechter kant een paar huizen en gebouwen te
zien.
b In de voorstelling: Het gebaar met de vlag, het opheffen van de vlag. De wapens. In de vormgeving: licht-donkercontrast, vlag steekt af tegen het bruinige. Veel schuine lijnen, dynamische compositie, beweging.
Muziekfragment 'Eroica, Ludwig von Beethoven'
Muziekfragment 'Eroica, Ludwig von Beethoven'
3 a Instrument groepen die ik hoor: blazers,
strijkers, trommel.
b Eigenlijk is de symfonie opgedragen aan Napoleon.
c Het muziekstuk heeft een groots karakter. Een
hoog tempo (het gaat steeds sneller) en veel verschil in dynamiek met vooral de
nadruk op de harde delen geeft dit weer. Daardoor heeft het een groot bereik. In die harde
delen lijkt het alsof alle instrumenten op maximaal volume worden bespeeld. Dat
straalt kracht en macht uit. Ook wordt er een deel steeds herhaalt, met meer
instrumenten. Daardoor lijkt het alsof er een leider is met volgers. En een steeds hoger tempo, dus krachtiger.
d Het werk is uiteindelijk opgedragen aan
vorst Franz Joseph Maximilian von Lobkowitz. Beethoven heeft dit gewijzigd
omdat Napoleon zich in 1804 tot keizer heeft laten kronen. Een keizerstitel
laat zich nauwelijks rijmen met de oorspronkelijke uitgangspunten van de
revolutie.
e De kijk van de mensen op de revolutie verandert en dat heeft invloed op de kunst. De mensen vinden dat de vorsten en
keizers te veel macht hebben. En ze hoopte dat alles beter zou zijn nu de koning was afgezet. Zijn ze
teleurgesteld omdat ze meer verwacht hadden van de revolutie. Ze burgers zijn
nog steeds arm en hebben niet meer macht gekregen. Dit uit zich in de kunst zo
dat ze willen vluchten van de werkelijkheid.
4 Het 19e-eeuwse denken kan
gekarakteriseerd worden met de woorden: historicisme en positivisme. Ontwikkelingen
worden gezien als een logische reeks van these, anti-these en synthese. De
geschiedenis verloopt volgens zo’n, lineair, proces. Wetenschappers stellen
stappen op om methodisch te werken. Kunstgeschiedenis en muziekgeschiedenis
ontstaan als wetenschap.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten